Alles over koelvloeistof en antivries

Elke brandstofmotor die draaiende is wordt warm. Dit is toe te schrijven aan de energie die vrijkomt bij het verbranden van de benzine. Hierdoor ontstaat warmte, en die moet ergens naar toe. Samen met de radiateur zorgt de koelvloeistof ervoor dat deze warmte wordt afgevoerd. Op deze manier ontstaat een temperatuur waarbij de motor optimaal kan functioneren. Daarnaast heeft koelvloeistof nog drie belangrijke eigenschappen: het dempen van geluid, de bescherming van de motor tegen inwendige corrosie en de bescherming tegen bevriezing van het motorblok.

In een motorblok kan ongeveer vijf liter koelvloeistof. Dit circuleert door de motor en neemt warmte op. Hierdoor wordt de motor op de juiste temperatuur gehouden. Vervolgens koelt in de radiateur de koelvloeistof weer af en wordt weer in de motor rondgepompt.

Het is van belang om de koelvloeistof regelmatig te controleren, hoewel het tegenwoordig zelden meer noodzakelijk is om bij te vullen. Voor controle is het altijd noodzakelijk om de motor in stilstand te hebben. De meeste auto’s hebben een los reservoir voor hun koelstofsysteem. Soms is het ook ingebouwd bij de radiator.

Nu het weer winterweer is geworden is het zaak de vorstbeschermende eigenschappen van het koelsysteem te controleren. Dit dient tijdig te gebeuren. Let op: u kunt niet zomaar elke koelvloeistof  voor uw auto gebruiken. Het mengen van verschillende soorten koelvloeistof en antivries kan schadelijke gevolgen hebben.

Antivries

Door het gebruik van antivries bevriest de ruitensproeiervloeistof minder snel. Een goede antivries maakt uw voorruit schoon en zorgt dat het sproeierreservoir niet bevriest.

Als de temperatuur onder het nulpunt zakt kunt u meemaken dat de ruitenwisser het opeens niet meer doen; dan is de ruitensproeiervloeistof bevroren. Dit is natuurlijk zeer onwenselijk, vanwege de winterneerslag en de pekel op de weg. Voordat u het weet heeft u slecht zicht, en dat is niet in het belang van uw veiligheid en die van uw medeweggebruikers. Gelukkig zijn dit soort problemen op een gemakkelijke wijze te voorkomen.

Het strekt ter aanbeveling om voldoende antivries in het sproeierreservoir te hebben, zodat de ruitensproeiervloeistof niet kan bevriezen. De vloeistof kan op je voorruit dus ook niet in ijs veranderen en je ruitenwissers kunnen niet aan je voorruit vastvriezen. Daarnaast kan een goede antivries de bevriezing van het ruitensproeierreservoir en de leidingen naar de sproeiers voorkomen. Ook is het zo dat een goede antivries zaken als vet, vuil en pekel van je ruiten verwijdert.